De Naam van de HEERE is een sterke toren, een rechtvaardige snelt daarheen en wordt in een veilige vesting gezet. -Spreuken 18 vers 10-
Het afgelopen weekend liep een beetje anders dan gedacht. We hadden een goede tijd gehad in het ziekenhuis en mensen waren gezegend. Beide hadden na afloop in ons hart: er is meer gebeurd dan we met onze ogen gezien hebben. Prijs de Heer.
We stapten weer op de fiets om naar huis te gaan. Maar een paar minuten later werd onze koers veranderd. Op de kasseien weg schoot Arjans voorwiel los en maakte hij een duik. Zijn gezicht en neus bloedden flink en al gauw trokken omstanders hem in een pousse (riksja). Ambulances zijn hier niet echt gebruikelijk. En hup daar gingen we weer terug naar het ziekenhuis. Amanda met de fietsen erachter aan.
De eerste hulp (en ziekenhuis systeem) werkt hier compleet anders dan in westerse landen. We hadden er al van gehoord, maar nu werden we er weer met onze neus op gewezen.
Het is de eerste hulp, maar jij moet zelf voorzien in alles. Zo wilden ze Arjan schoonmaken, maar Amanda moest eerst een spons kopen bij een straatstalletje buiten de poort. Vervolgens kreeg Amanda een lijstje met wat de verpleging allemaal nodig had aan handschoenen, ontsmettingsmiddelen etc.
Dan ga je dus eerst naar de apotheek aan de andere kant van het terrein, koop je het gevraagde en geeft het vervolgens aan het personeel. Dan gaan ze voor je aan de gang. Als er dan weer spulletjes nodig zijn, mag je weer met je lijstje (en geld) naar de apotheek om het te halen.
Wij zijn heel gezegend dat we geld hebben en bij ons hadden, maar 90 % van de bevolking leeft onder de armoede grens en heeft die zegen niet. Dat betekent dus, geen hulp.
We hoorden van een vriendin dat iemand tijdens een bevalling veel bloed had verloren, maar dat de persoon die erbij was geen geld had voor verdere benodigdheden. De arts zei toen dat hij verder niets kon doen. Dat zou betekenen, dat de vrouw dus zou dood bloeden. Prijs God, dat er op dat moment een bekende in de buurt was met geld, zodat er verder hulp geboden kon worden. Maar dit maakt je heel triest en boos. Het leven kan heel hard en oneerlijk zijn.
Arjan was steeds bij en had het idee dat zijn neus gebroken was, dus we geboden de neusbotten weer aan elkaar te groeien. Even later stak een onbekende jonge man die niet bij de verpleging hoorde zijn hoofd om het scherm en zei: Tsy misy tapaka (niet gebroken). En inderdaad er werd later geconstateerd dat er niets gebroken was. Een engel?
Arjan had een paar plekjes op zijn neus die gehecht moesten worden en zijn bovenlip had ook wat draad nodig, want die was door. Verder was er niets. Ook zijn tanden niet. En aan de rest van zijn lichaam was ook niets aan de hand. Ook heeft hij helemaal geen pijn gehad. Hij zei dat alleen de verdoving juist pijn deed. Dank U Heer! Het had allemaal veel erger gekund! Onze Vader zorgt voor ons!
Na een telefoontje werden we enorm geholpen door verschillende lieve broeders en zusters in de Heer. Ze kwamen allemaal in actie. Ook Toky, onze bewaker, schrok erg van het nieuws en wilde meteen mee om Arjan te zien.
Ze wilden Arjan toch een nachtje houden voor de zekerheid. Maar er was geen plek voor hem. Wel was er nog een bed op het kinderzaaltje, of dat ok was. Arjan vond het allemaal prima, hij had zijn rust in de Heer.
Ook een ziekenhuisverblijf werkt hier wat anders dan in westerse landen. Je krijgt een bed (doorgezakt), maar het beddengoed moet zelf geregeld worden. Ook is het verplicht om constant iemand bij een zieke te hebben (een waker). Ze hebben hier namelijk geen verpleegsters die helpen met wc, drinken, verliggen etc. Dat moet de familie dus doen. Ook moet je voor je eigen eten en drinken zorgen. En uiteraard als er nog medicamenten nodig zijn, moeten die eerst zelf gekocht worden bij de apotheek.
Henry, onze taalleraar, bood meteen aan om die nacht te waken voor Arjan. Dan kon hij ook iets vertalen als het nodig was. Heel lief.
Arjan lag naast een jochie van het platteland. Hij lag nog niet in het ziekenhuis toen we een paar uur ervoor op het zaaltje waren geweest. Zijn ouders waren gestorven en hij was hier met zijn oma. Ze kwamen uit een stad in het zuiden en hadden daar al geld uitgegeven in het ziekenhuis, maar hij was doorverwezen naar Antsirabe. Hij had namelijk al 1 maand zijn bovenbeen gebroken, maar door geldgebrek was het nog niet gezet en nu was het ontstoken. Ze hadden geen familie in deze stad en nu was er geen geld meer voor eten of de behandeling. Zucht.
Dit is geen uitzondering. Geregeld als we in het ziekenhuis zijn om met mensen te bidden, krijgen we de vraag om geld. Dit valt niet altijd mee. Samen met een andere vriend hebben we oma verder geholpen met het benodigde.
Arjan mocht de volgende dag naar huis en het gaat verder goed met hem. De zwellingen nemen af en de wonden genezen. God is goed.
Amanda is echt trots op Arjan. Zodra de val gebeurde, begon Arjan meteen genezing en gezondheid te gebieden over zijn lichaam. Hij ging de Heer loven voor Zijn trouw en was steeds aan het bidden. Hij kan het zich alleen niet meer herinneren. Maar de Heilige Geest is onze Helper! Hij brengt te binnen wat Jezus ons geleerd heeft. God is trouw!
En wat je erin stopt, komt eruit in tijd van crisis. Het is net als met een spons. Als erop gedrukt wordt, komt eruit, waar het zich mee gevuld heeft.
Zo is het ook heel belangrijk voor christenen om zich te blijven voeden met Gods woorden en Zijn waarheid. Dat is onze verantwoordelijkheid. Als er dan druk komt in je leven, zal eruit komen wat je erin hebt gestopt.
Mijn zoon, sla acht op Mijn woorden, neig je oor tot wat Ik zeg. Laat ze niet wijken van je ogen, bewaar ze in het binnenste van je hart. Ze zijn immers leven voor wie ze vinden, en genezing voor heel hun vlees. Bescherm je hart boven alles wat te behoeden is, want daaruit zijn de uitingen van het leven.
-Spreuken 4 vers 20 t/m 23-